Oorlog door media
en de triomf van propaganda

Op 5 december gaf John Pilger op
het jaarlijkse Logan Symposium van het Britse Centre for Investigative
Journalism in Londen een lezing met als titel 'War by Media and the
Triumph of Propaganda'. Pilger pleit voor een Vijfde Macht van onafhankelijke
journalistiek, die de mythe van de Vierde Macht, de zogenaamd vrije
media, doorprikt.
door John Pilger
Waarom zijn zovelen binnen de journalistiek
bezweken aan propaganda? Waarom zijn zelfcensuur en vervorming standaardprocedure
geworden? Waarom is de BBC zo vaak een spreekbuis voor roofzuchtige
macht? Waarom draaien de New York Times en de Washington Post hun
lezers een rad voor ogen?
Waarom wordt jonge journalisten niet
aangeleerd om media-agendas te doorgronden en de hoogdravende
beweringen en de lage doelstellingen van namaak-objectiviteit uit
te dagen? Waarom leren ze niet dat de essentie van een heel groot
deel van wat onder de noemer mainstream media valt geen
informatie is, maar macht?
Dit zijn dringende vragen. De wereld
kijkt tegen het vooruitzicht van een grote oorlog aan, misschien een
nucleaire oorlog waarbij de VS er duidelijk op uit is om Rusland
en uiteindelijk ook China te provoceren en te isoleren. Deze waarheid
wordt ondersteboven en binnenstebuiten gekeerd door journalisten,
ook door diezelfde journalisten die eveneens de leugens promootten
die tot het bloedbad van Irak in 2003 hebben geleid.
De tijden waarin we nu leven zijn zo
gevaarlijk en worden zo verdraaid weergegeven in de publieke beeldvorming
dat propaganda, zoals Edward Bernays het stelt, niet langer een verdoken
beleid is.
Propaganda is gewoon het beleid
zelf geworden. Dit domineert alles rechtstreeks zonder angst voor
tegenspraak en haar hoofddoel is om ons te veroveren: onze perceptie
van de wereld en ons vermogen om de waarheid van de leugen te scheiden.
Het informatietijdperk is in werkelijkheid
een mediatijdperk. De media creëren oorlog; de media censureren;
de media demoniseren; de media eisen vergelding; de media zorgen voor
afleidingsmanoeuvres een surrealistisch geheel dat ons aan
de lopende band onderwerpende clichés en valse veronderstellingen
aanreikt.
Deze macht, die een nieuwe realiteit
creëert, is zich al geruime tijd aan het opbouwen. Vijfenveertig
jaar geleden veroorzaakte een boek met de titel De vergroening
van Amerika (The Greening of America) heel wat opschudding.
Op de omslag prijkten volgende woorden: Er staat een revolutie
aan te komen. Het zal geen revolutie zijn vergelijkbaar met die in
het verleden. Het zal er een zijn die ontstaat bij het individu.
Ik was toen correspondent in de VS
en herinner me hoe de auteur, een jonge Yale-academicus, Charles Reich,
in een wip de status van goeroe kreeg aangemeten. Zijn boodschap hield
in dat het vertellen van de waarheid en politieke actie gefaald hadden
en enkel cultuur en introspectie de wereld zouden kunnen
veranderen. Aangedreven door de kracht van het winstbejag had deze
cultus na een paar jaar van het ik zowat alles overweldigd
dat enigszins zou kunnen lijken op een gezamenlijk gevoel voor actie,
sociale rechtvaardigheid of internationalisme. Klasse, geslacht en
afkomst werden van elkaar gescheiden. Het persoonlijke was het politieke
en de media was de boodschap.
In het kielzog van de Koude Oorlog
vervolmaakten de verzinsels van nieuwe bedreigingen de
politieke verwarring van al wie 20 jaar eerder nog heftige tegenstand
zou geboden hebben.
In 2003 filmde ik in Washington een
interview met Charles Lewis, de vermaarde Amerikaanse onderzoeksjournalist.
We hadden het onder andere over de invasie van Irak die een paar maanden
eerder was begonnen. Ik vroeg hem:
Wat als de meest onafhankelijke
pers ter wereld George Bush en Donald Rumsfeld terdege het vuur aan
de schenen had gelegd en hun aansprakelijkheid had onderzocht, in
plaats van alles te herleiden tot wat botte propaganda?
Hij antwoordde dat als wij journalisten
ons werk naar behoren hadden uitgevoerd er een heel goeie kans
had bestaan dat we niet ten oorlog in Irak waren getrokken.
Dat is een schokkende uitspraak, die veel bijval kreeg van andere
befaamde journalisten aan wie ik dezelfde vraag heb voorgelegd. Dan
Rather, voormalig CBS-journalist, gaf me hetzelfde antwoord. David
Rose van de Observer en doorwinterde journalisten en producenten bij
de BBC die liever anoniem wensten te blijven gaven me
allemaal hetzelfde antwoord.
Anders gesteld, hadden journalisten
hun werk fatsoenlijk uitgevoerd, hadden ze de propaganda in vraag
gesteld en onderzocht in plaats van er de megafoon voor te zijn, dan
waren honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen vandaag nog in
leven geweest; miljoenen hadden hun huizen niet hoeven te ontvluchten;
de sektarische oorlog tussen de soennieten en de sjiieten was niet
in gang gestoken en de beruchte IS had nu waarschijnlijk niet bestaan.
Zelfs nu, ondanks het feit dat miljoenen
de straten optrokken om te protesteren, heeft het grootste deel van
de Westerse bevolking geen idee van de enorme omvang van de misdaden
gepleegd door onze regeringen in Irak. Nog minder zijn er zich van
bewust dat, 12 jaar voor de invasie, de Amerikaanse en de Britse regeringen
een Holocaust in gang hebben gezet door het Iraakse volk levensmiddelen
te ontzeggen.
Dit zijn de woorden van de hoge Britse
ambtenaar, verantwoordelijk voor de sancties tegen Irak in de jaren
1990 een middeleeuwse belegering waarbij een half miljoen kinderen
jonger dan vijf de dood werden ingejaagd, volgens Unicef. Deze ambtenaar
heet Carne Ross. Op de dienst Buitenlandse Zaken in Londen staat hij
gekend als Mister Irak. Tegenwoordig is hij een klokkenluider
over hoe de regeringen misleiden en hoe journalisten gewillig het
bedrog verspreiden. We voedden de journalisten met opgesmukte
intelligentiefeitjes,vertelde hij me, of we zetten ze
buiten spel.
De voornaamste klokkenluider tijdens
deze verschrikkelijke periode van stilte was Denis Halliday. Toenmalig
assistent secretaris-generaal van de VN en hoog VN-ambtenaar in Irak
diende liever zijn ontslag in dan een beleid te moeten uitvoeren dat
hij als genocidaal omschreef. Hij schat dat er door de sancties meer
dan een miljoen Irakezen werden vermoord.
Wat er toen is gebeurd met Halliday
is leerzaam. Ofwel werden zijn uitspraken bijgewerkt en opgesmukt.
Ofwel werd hij belasterd. Tijdens het BBC Newsnight-programma brulde
presentator Jeremy Paxman naar hem: Ben jij niet gewoon een
woordvoerder van Saddam Hussein?De Guardian beschreef dit recentelijk
als een van Paxmansgedenkwaardige momenten. Vorige week
tekende Paxman een miljoenencontract voor zijn boek.
De dienstmaagden van de onderdrukking
hebben hun werk goed gedaan. Bekijk de effecten eens. In 2013 resulteerde
een ComRes-poll in het inzicht dat de meerderheid van het Britse volk
geloofde dat de slachtoffertol in Irak minder dan 10.000 bedroeg
slechts een kleine fractie van de waarheid. Een bloedspoor dat loopt
van Irak naar Londen werd zodoende net niet helemaal schoongeschrobd.
Van Rupert Murdoch wordt gezegd dat
hij de peetvader is van de mediamaffia en dat niemand het moet wagen
om aan de steeds maar groter wordende macht van zijn kranten te twijfelen
alle 127 van zijn kranten, met een gezamenlijke oplage van
40 miljoen en van zijn Fox-netwerk. De invloed van Murdochs heerschappij
is echter maar zo groot als de afspiegeling ervan in de bredere media.
De meest doeltreffende propaganda zal
je niet vinden in de Sun (één van Murdoch's kranten)
of op Fox News maar onder een 'liberaal' aureoo' (1). Toen
de New York Times kopte dat Saddam Hussein massavernietigingswapens
bezat, dan werd het nepbewijs voor die bewering voor waar aangenomen,
net omdat het geen Fox-nieuws was; het kwam immers van de New York
Times.
Hetzelfde kan gezegd worden van de
Washington Post en de Guardian, die beiden een cruciale rol hebben
gespeeld in het conditioneren van hun lezers, zodat ze een nieuwe
en gevaarlijke koude oorlog zouden aanvaarden.
Alle drie deze 'liberale' kranten hebben
de gebeurtenissen in Oekraïne zo verdraaid voorgesteld als zouden
het kwaadaardige daden zijn geweest van Rusland terwijl de
door fascisten geleide coup in Oekraïne in feite het werk was
van de VS, hierbij geholpen door Duitsland en de NAVO.
Deze verdraaiing van de werkelijkheid
is nu zo algemeen aanvaard als 'de waarheid' dat de militaire omsingeling
en intimidatie van Rusland door Washington nergens ter discussie wordt
gesteld. Het heeft zelfs geen nieuwswaarde, het wordt stilgehouden
door middel van een liederlijke lastercampagne van het soort dat ik
niet meer heb meegemaakt sinds mijn jeugd tijdens de eerste Koude
Oorlog.
Nogmaals is het van, het rijk
van het kwaad komt eraan en zal ons te pakken krijgen, geleid door
een nieuwe Stalin of, pervers genoeg, een nieuwe Hitler. Benoem
je demon en laat je volledig gaan.
De onderdrukking van de waarheid over
Oekraïne is een van de meest complete nieuwsblack-outs die ik
ooit heb meegemaakt.
De grootste Westerse militaire opbouw
in de Kaukasus en Oost-Europa sinds de Tweede Wereldoorlog wordt compleet
uit het nieuws gehouden. De geheime steun van Washington aan Kiev
en haar neonazistische brigades verantwoordelijk voor oorlogsmisdaden
tegen de bevolking van Oost-Oekraïne wordt verzwegen. Elementen
die de propaganda tegenspreken dat Rusland verantwoordelijk zou zijn
voor het neerhalen van het Maleisische passagiersvliegtuig worden
niet vrijgegeven.
Opnieuw zijn het de zogenaamd 'liberale'
media die censureren. Zonder zich te kunnen baseren op feiten of op
bewijzen, presteerde één journalist het zelfs om een
pro-Russische leider in Oekraïne te identificeren als de man
die het vliegtuig neerschoot. Deze man, zo schreef hij, was gekend
als 'De Demon'. Hij was een enge man die de journalist angst aanjoeg.
Dàt was zijn bewijs.
Talrijke journalisten, veilig genesteld
in de Westerse media, hebben hard hun best gedaan om de etnische,
Russische bevolking van Oekraïne af te schilderen als buitenstaanders
in hun eigen land, in plaats van Oekraïners die op zoek zijn
naar een federatie binnen Oekraïne zelf en als Oekraïense
burgers die zich verzetten tegen een door vreemde mogendheden georkestreerde
coup tegen hun democratisch verkozen regering.
De mening van de Russische president
is van geen enkel belang; hij is slechts een pantomime schurk die
ongestraft misbruikt kan worden. Een Amerikaanse generaal aan het
hoofd van de NAVO, die rechtstreeks uit Dr. Strangelove (2) lijkt
te komen ene generaal Breedlove maakt herhaaldelijk
gewag van Russische invasies in Oekraïne zonder daarvoor enig
spoor van bewijs op tafel te leggen. Zijn verpersoonlijking van Stanley
Kubricks Jack D. Ripper zit er knal op.
Veertigduizend Ruskis troepten
samen aan de grens, volgens Breedlove. Dat volstond als bewijs voor
de New York Times, de Washington Post en de Observer deze laatste
krant onderscheidde zich onlangs nog door leugens en verzinsels de
wereld in te sturen die Blairs invasie van Irak moesten goedpraten,
zoals haar voormalige journalist David Rose openbaarde.
Het voelt bijna aan als de vreugde
die voortkomt uit een klasreünie. De trommelaars van de Washington
Post zijn dezelfde redactionele schrijvers die beweerden harde
bewijzen te hebben voor het bestaan van Saddams massavernietigingswapens.
Moest je je afvragen, schreef
Robert Parry, hoe de wereld een Derde Wereldoorlog in kan struikelen
min of meer op dezelfde manier als een eeuw geleden bij de
Eerste Wereldoorlog het enige wat je moet doen, is kijken naar
de waanzin die zich over zowat de gehele Amerikaanse politieke en
mediawereld heeft ontwikkeld wat betreft Oekraïne, waarbij het
verhaaltje van de witte hoeden tegenover de zwarte hoeden al snel
vaste grond vond (3), een verhaal dat zich in het geheel niet bezighield
met feiten of redelijkheid.
Robert Parry, de journalist die Iran-Contra
blootlegde, is een van de weinigen die de centrale rol heeft onderzocht
van de media in ditkippenhokspelletje, zoals de Russische
minister van buitenlandse zaken het genoemd heeft. Maar is dit een
spelletje? Terwijl ik dit schrijf, stemt het VS-congres voor Motie
758, dat in een notendop stelt: Laten we ons voorbereiden op
een oorlog met Rusland.
In de 19e eeuw beschreef de auteur
Alexander Herzen het seculiere liberalisme als de laatste religie,
hoewel haar kerk niet van die andere wereld is, maar van deze.
Vandaag blijkt dit goddelijk recht veel gewelddadiger te zijn dan
eender welk geweld waar de moslimwereld mee afkomt, hoewel haar grootste
triomf misschien wel de illusie is van vrije en open informatie.
In dit liberale nieuws blijken hele
landen gewoon te verdwijnen. Saoedi-Arabië, de voornaamste bron
van extremisme en door het Westen gesteunde terreur, is geen verhaal,
behalve als het over de prijs van olie gaat. Jemen onderging twaalf
jaar lang Amerikaanse drone-aanvallen. Wie weet dat? Wie maalt erom?
De Universiteit van West-Engeland publiceerde
in 2009 de resultaten van een tien jaar durende studie over de berichtgeving
van de BBC over Venezuela. Van de 304 nieuwsuitzendingen haalden enkel
drie iets aan over het positieve beleid geïntroduceerd door de
regering van Hugo Chavez. Het grootste alfabetiseringsprogramma ooit
in de menselijke geschiedenis kreeg amper een vermelding.
In Europa en in de VS weten miljoenen
lezers en kijkers weinig of niets over de opmerkelijke, bezielende
kansen die gecreëerd worden in Latijns-Amerika, velen daarvan
geïnspireerd door Hugo Chavez. Net zoals bij de BBC waren de
berichten van de New York Times, de Washington Post, de Guardian en
de rest van de achtenswaardige Westerse media notoir van kwader trouw.
Er werd zelfs met Chavez gelachen op zijn doodsbed. Hoe legt men dit
uit in de scholen waar journalistiek wordt onderwezen, vraag ik me
dan af?
Waarom wordt er aan miljoenen mensen
in Groot-Brittannië wijsgemaakt dat een collectieve straf soberheid'
(austerity = soberheid of gestrengheid, hiermee wordt het beleid van
drastische overheidsbesparingen bedoeld) genaamd, noodzakelijk
is? In het naspoor van de economische crash in 2008 kwam een verrot
systeem bloot te liggen. Voor een fractie van een seconde werden de
banken in een line-up van oplichters gezet op beschuldiging van verraad
van de bevolking.
Maar na enkele maanden afgezien
van een paar stenen die gegooid werden wegens overdreven bedrijfsbonussen
veranderde dat discours volledig. De 'wordt gezocht' foto's
van schuldige bankiers verdwenen uit de roddelkranten en iets dat
soberheid bleek te heten, werd de last die op de schouders
van miljoenen gewone mensen werd gelegd. Heeft er ooit een goocheltruc
bestaan, brutaler dan deze?
Tegenwoordig worden heel wat grondslagen
van het beschaafde leven in Groot-Brittannië ontmanteld zodat
een frauduleuze schuld afbetaald kan worden de schuld van oplichters.
De soberheidsbesparingenworden geraamd op 83 miljard Britse
pond (105,7 miljard euro). Dat komt bijna exact overeen met het bedrag
aan belastingen dat diezelfde banken en bedrijven zoals Amazon en
Murdochs News UK fiscaal hebben kunnen ontduiken. Daarbij komt
ook nog dat deze oplichtersbanken een jaarlijkse subsidie van 100
miljard pond (127 miljard euro) krijgen in de vorm van gratis verzekeringen
en garanties een bedrag dat de volledige NHS (National Health
Service, de Britse openbare gezondheidszorg) zou kunnen financieren.
Deze economische crisis is pure
propaganda. Extreme politieke keuzes bepalen nu het beleid in Groot-Brittannië,
de VS en het grootste deel van Europa, Canada en Australië. Wie
staat er op voor de meerderheid? Wie vertelt hun verhaal? Wie laat
de waarheid aan bod komen? Is dat niet de taak van journalisten?
In 1977 bracht Carl Bernstein
beroemd van Watergate uit dat meer dan 400 journalisten en
nieuwsbazen voor de CIA werkten. Daar zaten journalisten bij van de
New York Times, Time en de grote tv-stations. In 1991 bracht Richard
Norton Taylor een zelfde fenomeen aan het licht in Groot-Brittannië.
Vandaag is dat allemaal niet meer nodig.
Ik betwijfel dat er ook maar iemand bij de Washington Post en andere
media wordt betaald om Edward Snowden te beschuldigen van medewerking
aan terrorisme. Ik betwijfel dat iemand de journalisten betaalt die
Julian Assange voortdurend besmeuren hoewel er meer dan voldoende
andere beloningen mogelijk zijn.
Voor mij is het duidelijk waarom Assange
zoveel giftige commentaren, afgunst en jaloezie over zich heen krijgt.
WikiLeaks haalde de façade neer van een corrupte politieke
elite die de hemel word ingeprezen door journalisten. Toen hij een
tijdperk inluidde van buitengewone revelaties, maakte Assange machtige
vijanden, omdat hij de deurwachters van de media in het spotlicht
zette en zo in verlegenheid bracht, niet in het minst bij de krant
die zich zijn grootste scoop had toegeëigend (The Guardian).
Hij werd niet alleen een doelwit maar een kip met gouden eieren om
naar believen te pluimen.
Winstgevende publicatiecontracten voor
boeken en films werden getekend en media-carrières gelanceerd
of herstart op de rug van WikiLeaks en zijn oprichter. Daar hebben
heel wat mensen veel geld aan verdiend, terwijl WikiLeaks moest vechten
om te overleven.
Daar werd niets over gezegd in Stockholm
op 1 december 2014 toen Alan Rusbridger, hoofdredacteur van de Guardian,
samen met Edward Snowden de Right Livelihood Award ontving, ook bekend
als de alternatieve Nobelprijs. Vooral schokkend aan die gebeurtenis
was hoe Assange en WikiLeaks gewoon werden weggeveegd tijdens deze
viering. Ze bestonden niet. Ze waren 'niet-mensen' ('unpeople'). Niemand
nam het woord voor de pionier van het klokkenluiden op het internet,
die de Guardian één van de grootste scoops in de geschiedenis
bezorgde. Het was bovendien Assange en zijn team van WikiLeaks die
Edward Snowden op een briljante manier redde in Hong Kong en hem in
veiligheid bracht. Daarover geen woord.
Wat deze censuur door verzwijging zo
ironisch, bijtend en walgelijk maakte, was dat deze ceremonie in het
Zweedse parlement doorging hetzelfde parlement dat door zijn
bangelijk stilzwijgen meegewerkt heeft aan een grotesk onrecht in
Stockholm. Als de waarheid wordt vervangen door stilzwijgen,
zei Sojet-dissident Yevtushenko, dan is dat stilzwijgen een
leugen.
Het is net dat soort stilzwijgen
dat wij journalisten moeten doorbreken. Wij moeten onszelf in de spiegel
aankijken. Wij moeten onverantwoorde media ter verantwoording roepen,
wanneer die zich ten dienste stellen van de macht en van een psychose
die de dreiging van en wereldoorlog inhoudt.
In de 18de eeuw omschreef Edmund Burke
de rol van de pers als een Vierde Macht die de machtigen onder controle
hield. Was dat ooit echt waar? Het gaat vandaag in ieder geval niet
meer op.
Wat wij nodig hebben is een Vijfde
Macht: journalistiek die de media monitort, ontrafelt en zijn propaganda
tegenspreekt, die de jongeren leert om woordvoerders van mensen te
zijn, niet van macht. Wij hebben nood aan dat wat de Russen 'perestrojka'
noemen een opstand van onderdrukte kennis. Ik noem dat gewoon
'echte journalistiek'.
100 jaar geleden begon de Eerste Wereldoorlog.
Journalisten werden toen beloond en geridderd voor hun stilzwijgen
en hun samenwerking met de machthebbers. Op het hoogtepunt van de
slachtpartijen (aan het front) vertrouwde Brits eerste minister David
Lloyd George toen aan C.P. Scott, de hoofdredacteur van de Manchester
Guardian: Als de mensen echt (de waarheid) zouden weten, dan
zou de oorlog morgen al stoppen, maar dat weten ze natuurlijk niet
en mogen ze ook niet weten. Het wordt tijd dat ze het wel weten.
© 2014 John Pilger
De lezing van John Pilger tijden
werd vertaald door Sarah Wagemans en Lode Vanoost van de vertaaldesk
van De Wereld Morgen. Overname van deze vertaling kan enkel voor niet-commerciële
doeleinden met weblink naar de oorspronkelijke tekst en naar DeWereldMorgen.be.
Noten:
(1) John Pilger gebruikt 'liberaal' hier ironisch in zijn Angelsaksische
betekenis: modern, vooruitstrevend, progressief ...
(2) Dr Strangelove, film van Stanley
Kubrick uit 1964, een zwarte komedie waarin krankzinnig geworden generaal
Jack D. Ripper besluit Rusland te bombarderen met kernwapens.
(3) In de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog
waren de 'witte hoeden' de goeden, de 'zwarte hoeden' waren de vijand.
Deze tekst verscheen eerder in De
Wereld Morgen.
Link
naar de oorspronkelijke tekst.