Persbericht
Nederlander Max van den Berg (85)
ontvangt hoogste antifascistische prijs in Praag
PRAAG, 23 NOV. 2016 - De
85-jarige activist Max van den Berg heeft dit weekend in Praag de
hoogste antifascistische onderscheiding van Europa gekregen. Het gaat
om de Michel Vanderborght-prijs. Van den Berg nam de prijs zelf in
ontvangst tijdens het congres van de Europese koepel van verzetsorganisaties,
de Fédération Internationale des Résistants (FIR).
Van de Berg, o.m. Februaristaker, ex-redacteur
van dagblad De Waarheid en medeoprichter van het Auschwitz-monument
en van het Verzetsmuseum Amsterdam, kreeg de onderscheiding voor zijn
levenslange activiteiten tegen het fascisme.
De prijs is vernoemd naar de bekendste
Belgische verzetsleider en antifascist, Michel Vanderborght, die na
de oorlog tot zijn dood voorzitter was van de FIR. Van den Berg was
voorgedragen door de Nederlandse lid-organisatie, de AFVN-Bond van
Antifascisten, die ook aan het congres deelnam.
In zijn speech tijdens het congres
drong de Amsterdammer Van den Berg erop aan dat er nog steeds tegen
extreem rechts en fascisme gestreden moet worden, zeker ook in Nederland.
Hij zei verder in een toelichting dat dit zijn laatste publieke optreden
was wegens zijn snel afnemende gezondheid.

Nagesprek tussen de Koning en oud-stakers
met in het midden Max van den Berg.
(foto: Mascha Jansen)
Van den Berg werd in 1931 geboren als
zoon van een Joodse diamantbewerker. In 1941 deed hij als schooljongen
uit volle overtuiging al mee aan de Februaristaking die uitbrak onder
leiding van de communisten als gevolg van de eerste Jodenrazzia in
Nederland.
Aan die staking op 25 en 26 februari
1941 namen in Amsterdam en omgeving (o.m. Zaandam, Haarlem, 't Gooi)
ruim 120.000 mensen deel en de nazi's schoten 9 van hen op straat
dood. Ook werden in de weken daarna nog 3 stakers geëxecuteerd
en ongeveer 400 stakers gedeporteerd en zowel stakers als gemeenten
zwaar beboet. Na de oorlog ontvingen de stakers collectief de onderscheiding
´Rechtvaardige onder de Volkeren' van de Israëlische staatsinstelling
voor de documentatie van de Holocaust, Yad Vashem.
Momenteel is Max van den Berg nog actief
in de AFVN voor de slachtoffers van de grote oorlogsmisdaden in Nederlands-Indië
tussen 1945 en 1950. In die periode doodde het Nederlandse leger 100.000
tot 150.000 Nederlandse staatsburgers en verwoestte vele dorpen in
Nederlands-Indië. Enkele honderden Nederlandse dienstweigeraars
kregen ook uitzonderlijk zware straffen. Rechtsherstel in deze zaak
is net begonnen maar verloopt uitzonderlijk moeilijk.
Door Max van den
Berg in Praag uitgesproken dankwoord:
Beste vrienden,
Het is voor mij een grote eer de Europese
verzetsprijs te mogen ontvangen, vernoemd naar de Belgische verzetsstrijder,
onze helaas overleden vriend Michel van der Borght.
Het toekennen van deze prijs zie ik
als een waardering voor de vele bewegingen in ons Nederland allen
gericht tegen fascisme, onderdrukking, discriminatie en oorlog. Enkele
van deze bewegingen waren grensoverschrijdend en uniek.
In februari 1941 brak in Amsterdam
en omgeving een politieke proteststaking uit tegen de door de Duitse
fascisten georganiseerde Jodenvervolging.
Honderdduizenden door de communisten
opgeroepen arbeiders legden onbaatzuchtig het werk neer en gaven de
stoot aan de verdere ontwikkeling van de strijd tegen de bezetter.
Minder bekend maar van grote betekenis
was de algemene staking van september 1946. Een solidariteitsactie
gericht tegen de oorlog in Indonesië en voor de onafhankelijke
strijd van het Indonesische volk. Ook deze door communisten georganiseerde
strijd was uniek in Europa.
In 1953 werd door een groep linkse
Joden uit Amsterdam het Auschwitzcomité opgericht en het manend
monument Nooit meer Auschwitz geplaatst. In die tijd kreeg de massamoord
van de Hitlerbende nog nauwelijks aandacht. Sterker nog, rechtse kringen
verzetten zich tegen herdenkingen onder het motief opbouw en vooruit
kijken. Niet in het verleden blijven hangen.
De strijd tegen de collectieve vrijlating
van de ernstigste oorlogsmisdadigers werd door de antifascistische
acties doorkruist en bracht zelfs een gezamenlijk optreden daartegen
in het parlement tot stand.
In de jaren 80 dook het oorlogsspook
van de Neutronenbom op. De communisten en vele vredelievende en humanistische
burgers sloten zich aaneen in de actie Stop de N-bom. Enkele miljoenen
volgden de oproep die zich als Hollanditis over Europa verspreidde.
Uiteindelijk werd deze strijd gewonnen en is dit onmenselijke wapen
van het toneel verdwenen.
In een referendum richtte zich een
grote meerderheid van de Nederlanders tegen het associatieverdrag
met de Oekraïne. De verscholen militaire samenwerking met dat
land dat postzegels afdrukt van Bandera, de leider van de Oekraïense
SS, een organisatie die zich o.a. bezighield met de bewaking van de
gevangen in Auschwitz en Sobibor gaf voor velen de doorslag. Nederland
werd gedwongen het verdrag niet te tekenen.
Een recente poging om in Nederland
Pegida te introduceren werd in Amsterdam tijdens een antifa massameeting
meteen de kop in gedrukt. Hieraan werkten alle linkse partijen en
de vakbonden mee.
Al deze successen mogen niet onze ogen
doen sluiten voor de dreigende invloed van alle mogelijke extreemrechtse
groeperingen die zich via discriminatie van vluchtelingen profileren.
Een verstandig breed opgezette weerstand is noodzakelijk. Daarbij
zullen nieuwe vormen van samenwerking en nieuwe vormen van acties
ontwikkeld moeten worden. Tegen al deze crypto fascistische groeperingen
zeggen we No Passaran.